In deze rubriek gaan we in gesprek met een trainer, docent of wijk-/jongerenwerker die opgeleid is in het Athletic Skills Model. Wat drijft hen, wat zien zij gebeuren bij jongeren in de wijk, sporters en leerlingen, en waar worden zij zelf blij van als het gaat om veelzijdig bewegen? Laat je inspireren door hun praktijkervaring en passie voor het vak.
Deze keer: Hemen Ibrahim, docent LO bij CSG Comenius Zamenhof en eigenaar van een eigen voetbalschool.
1. Wie ben je, met welke doelgroep werk je en wat is jouw favoriete vorm van veelzijdig bewegen?
Mijn naam is Hemen Ibrahim en in het dagelijks leven werk ik met kleine kinderen en pubers. Ik vind het belangrijk om hen op een speelse en uitdagende manier in beweging te brengen, waarbij ze niet alleen fysiek actief zijn maar ook hun creativiteit, samenwerking en denkvermogen ontwikkelen. Mijn favoriete vorm van veelzijdig bewegen zijn spel- en beweegvormen waarbij kinderen steeds moeten nadenken over hun acties en keuzes, bijvoorbeeld bij spellen met wisselende regels of veranderende situaties. Zo worden ze motorisch sterker en leren ze sneller schakelen, wat goed aansluit bij hun ontwikkeling.
2. Hoe pas jij het Athletic Skills Model toe in jouw dagelijkse lessen of trainingen?
In de gymlessen gebruik ik warming-up spellen waarbij taken, omgeving of materiaal steeds veranderen. Zo moeten leerlingen telkens nadenken en zich aanpassen. Bij mijn voetbalschool doe ik hetzelfde: we trainen bijvoorbeeld met kleinere ballen, tennisballen of extra kleuren en vormen. Dit vergroot de motorische veelzijdigheid van spelers en verbetert hun handelingssnelheid, coördinatie en creativiteit in het spel.
3. Welk belang zie jij in veelzijdig bewegen, juist in deze tijd?
In deze tijd, waarin kinderen en jongeren steeds meer stilzitten door digitale middelen zoals telefoons, tablets en games, is veelzijdig bewegen belangrijker dan ooit. Het draagt bij aan een brede motorische ontwikkeling, waardoor kinderen niet alleen beter worden in sport, maar ook meer plezier en zelfvertrouwen ervaren in bewegen.
4. Welke verandering zie je het vaakst bij sporters of leerlingen die veelzijdiger zijn gaan bewegen?
Bij sporters en leerlingen die veelzijdiger zijn gaan bewegen zie ik vaak dat ze meer plezier krijgen, omdat ze meer variatie en uitdaging ervaren. Daarnaast ontwikkelen ze een betere coördinatie, reactievermogen en creativiteit in hun bewegingen. Ze durven meer te proberen, maken sneller keuzes en kunnen zich beter aanpassen aan onverwachte situaties. Bij voetballers zie je dat ze technischer worden, meer overzicht hebben en creatievere oplossingen vinden tijdens wedstrijden. Ook zie je dat hun zelfvertrouwen groeit, omdat ze merken dat ze meer kunnen dan ze dachten.
5. Wat is jouw gouden tip voor instructeurs die net beginnen met ASM?
Wanneer je aan de cursus begint, krijg je in korte tijd veel theorie aangeboden. Dat kan soms overweldigend zijn en het gevoel geven dat je er niets van begrijpt. Een goede tip is daarom om de stof direct in de praktijk te brengen, bijvoorbeeld bij je vereniging of op je werk. Door veel te oefenen en zelf te ervaren, blijft de leerstof beter hangen en begrijp je deze sneller. Daarnaast is het waardevol om met anderen in gesprek te gaan die hier al kennis of ervaring mee hebben. Zo kun je ideeën uitwisselen en elkaar helpen groeien.
Dank je wel Hemen voor je enthousiaste bijdrage!
Wil jij ook jouw ervaring delen in deze rubriek? Of ken je een collega die hier perfect bij past? Laat het ons weten via g.boelens@bvsport.nl. Samen worden we “Blij van veelzijdig bewegen!”
Wil je eerst eens inspiratie opdoen, om net als Hemen jouw vaardigheden als instructeur verder te ontwikkelen? Meld je dan aan via onderstaande knop voor de ‘Inspiratieworkshop ASM’ van 9 september!